Voor de gekonfijte sjalotten: pel de sjalotten en laat in hun geheel. Kook de gepelde sjalotten in de melk, met de tijm en laurier en suiker. Kruid met zout en peper.

Smelt wat boter in een pan en kleur hierin de gegaarde sjalotten gedurende 30 minuten. Lepel er de rest van het melkkookvocht over en laat de sjalotten konfijten.

Voor de kurkumaboter: smelt de zachte boter en voeg de kurkuma, de gehakte noten en de Parmezaanse kaas toe. Kruid met zout en peper.

Bak de kalfsbouten bruin in een hete pan in een beetje olijfolie gedurende 6 tot 8 minuten. Draai ze halverwege om. Blus met de witte wijn en de wijnazijn. Haal het vlees uit de pan en houd warm. Laat de saus inkoken. Voeg daarna de boter toe. Houd warm in een sauskom.

Leg een stuk kalfsbout op een bord en leg er wat kurkumaboter op. Serveer de saus apart.

Werk af met een paar blaadjes salie, de gebrande nootjes, enkele Parmezaanschilfers en een paar gekonfijte sjalotten.